Dag 1

Om in Rome te komen kan men vliegen. Deze vlucht is al een geheel avontuur op zich. Het hele idee van door de lucht, over half Europa heenvliegen is dan ook een spannend vooruitzicht. Dus rond 7.30 uur zat ik daar op een groene kubus te wachten totdat de gate openging. Op zo’n soort moment (2 uur lang), ga je een beetje rond je heen kijken wat voor volk er rond loopt. Divers genoeg, maar wat het hele atmosfeertje compleet maakte was de loop van het ‘vogel rok’ deuntje dat gedraaid werd in de koffiebar.
Klaar om te vliegen dus…
Eenmaal geboard zit je dan in zo’n vliegtuig te koekeloeren. Zonder stoel bij het raam is er echter natuurlijk weinig te zien. Wat slapende mensen en wat stewards. Die stewards daarentegen zijn amusant genoeg om in de gaten te houden. In plaats van fancy stewardess pakjes met petjes en stropdassen had mijn easjet vliegtuig 4 stewards: Laurent,
Franscesco, Antonio en nog eentje die op -o eindigde. Zij droegen een hele simpele doch hele fancy oranje trui met Easyjet erop.
Nu weet ik ook waarom mijn vlucht zo goedkoop was…
Eenmaal in Rome, op een vliegveld dat bestaat uit een lange gang en wat kofferbanden, ben je nog zeker 20 km van de stad af. Gelukkig heeft Municipala Roma hier een oplossing voor bedacht: De Leonardo Express, een trein van het vliegveld naar station Termini. Leonardo express….Een hippere naam kan je bijna niet indenken. Deze illusie werd echter snel uit mijn hoofd gedouwd. Zo langzaam…express is in Italië blijkbaar iets anders.
Maar Ok, ik was in Rome. Tijd voor de metro. De kaartjesautomaten accepteren mijn pinpas niet dus moest ik maar in de rij voor het loket. Van de 4 loketten was er één gesloten en op één hing een bordje waarop denk ik ‘lunchpauze tot 4 uur’ stond, maar het had net zo goed een of andere informatieboodschap kunnen zijn.
Dan nog…Rij.
En om aan te geven dat Italianen maar een raar volkje zijn, in vergelijking met ons Nederlanders en Britten, is het in Italië niet ongebruikelijk dat van die Italiaanse mama’s voorpiepen. Niemand kijkt hiervan op, dus ik deed het ook maar niet. Het was pas 2 uur en ik moest om 5 uur ergens zijn.

Met een super weekkaart op zak kon ik dan eindelijk naar station Flaminio. Eenmaal buiten stonden daar twee gigantische poorten. Ene naar het Piazza del Poppolo en de ander naar het Villa Borghese park. Allebei knijter druk, maar allebei ook wel kneiter mooi. Maar de poort naar het Villa Borghese park stond echter op een helling. Het pad daarbij is gemaakt van grote keien. Met een koffer van een kilo of 13, al manouvrerend om de parkslapers, kwam ik uiteindelijk op de Via Omero.
Tadaaa.
Op de Via Omero staat niet alleen het Nederlandse instituut, ook wel KNIR genoemd (rare naam eigenlijk, klinkt als een biggetje).  Bij aankomst liep ik tegen een groot bouwwerk aan, waardig aan een super wereldmacht. Maar nee, het was Roemenië. Een trapje op stond daar een lelijke oranje doos. Oranje doos, dat zal wel nederland zijn. Maar nee, gelukkig was dit België. Bij omdraaien is daar het Witte Huis te zien van Engeland. Maar tussen Roemenië en België staat daar een mooi heel groot en diep huis wat het KNIR moet voorstellen.
Holadijee.
Eenmaal binnen maakte ik kennis met de groep. Allemaal aardig volk waarvan ongeveer 75% Amsterdammers. Twee daarvan studeren echter Italiaans en zijn dan ook mijn levenslijn in deze tijd in Rome. Ook de docenten kwamen tevoorschijn. Ivo Blom, de film man, is een badass die heel rustig is maar kneiter veel weet. Dan is er nog Arthur Weststeijn, de KNIDeze man is knijtercool. Met een blonde Einstein coupe, een iets te rappe nederlands/italiaanse tongval en een bloes die altijd net te ver open staat is hij de pinnacle van een ingeburgerde Nederlander in Italië.

Deze twee mannen lichtte toe dat het de bedoeling is dat we gaan uitvinden hoe in film de verbeelding van Rome wordt gevormd. Dit kan aan de hand van een specifieke locatie, en de representatie hiervan in enkele films. Of door juist de plekken van een film te traceren. Kortom: We moeten de stad in.
Maar omdat het al 6 uur is doen we dit maar via de virtuele ansichtkaart vna Roman Holiday.
Wat heeft die Gregory Peck toch een strijkbout kin.
Na deze overblije uitstap moesten we Arthur volgen die ons naar zijn favoriete restaurantje leidde waar hij, natuurlijk in rap Italiaans, de eigenaar omhelsde. Met een flinke knal Canneloni kan ik wel zeggen dat deze eerste dag een goed begin was voor deze twee weken…

Advertentie
Dit bericht werd geplaatst in KNIRenSjors. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s